Het eerste team heeft in Rotterdam niet kunnen stunten tegen Overschie. Met de kleinste cijfers werd er verloren. 

In een gelijk opgaande wedstrijd was het Jeroen Hekhuis die als eerste zijn koning omlegde. Met zwart had hij een solide stelling opgebouwd. Een grap in de stelling werd overzien waarna de nederlaag een feit was.

Robin Bosters speelde remise, net als Henrik Westerweele. Robin stond was gedrongen, waar Henrik wel goed gestaan had. De slotstelling was echter iets minder dan dat er nog wat te halen viel. Collin Boelhouwer hielt een lastig toreneindspel remise.

Roeland Alders wist in een spannende tijdnoodfase te winnen. Na een kwal gewonnen te hebben leek er niets aan de hand. Een vies tussenschaakje gooide roet in het eten. Zijn tegenstander had het beter kunnen doen, maar wikkelde verkeert af, waardoor het punt alsnog naar Roeland ging.

Bert Henderikse had een goede opening gespeeld. Helaas overspeelde hij zijn hand en werd hij naar een nederlaag gespeeld. 

René Tiggelman en Corné Boogaard moesten het doen. René had een beter eindspel en leek ook te kunnen winnen. Een verkeerde afwikkeling gaf prompt een remiseeindspel. Corné moest met een kwal minder ook berusten in remise ook al probeerde hij het nog wel even. 

1. Erik Brandenburg (2151)-René Tiggelman (2258) remise

2. Robbert Fokkink (2172)-Collin Boelhouwer (2041) remise

3. Henk Ochtman (2124)-Bert Henderikse (2049) 1-0

4. Ronald Ruytenberg (2022)-Jeroen Hekhuis (2054) 1-0

5. Cor Feelders (1977)-Henrik Westerweele (1920) remise

6. Albert Seegers (2035)-Robin Bosters (2042) remise

7. Maurits de Jong (1983)-Corné Boogaard (1963) remise

8. Arent van Kempen (1866)-Roeland Alders (1929) 0-1