verslag: René Tiggelman
Dit jaar deden de SKS-ers Albert Vermue, Rogier van Gemert en ikzelf mee aan het Noteboomtoernooi in Leiden. Een weekendtoernooi, dat wil zeggen zes partijen in 48 uur. Gekkenwerk, net wat u zegt. Omdat ikzelf alleen maar hele lange partijen speelde, heb ik van de verrichtingen van Rogier en Albert niet heel veel meegekregen. Een gemiste kans in feite, want Leiden is één van de slechts twee plaatsen op onze planeet waar je Rogier serieuze partijen met wit kan zien spelen. Het was niet alleen voor de toeschouwers maar ook voor Rogier zelf even wennen. Uit zijn 2 witpartijen haalde hij slechts een half punt. Albert deed het met 4,5 uit 6 redelijk in de C-groep maar had na afloop vooral het hoogste woord omdat hij naar eigen zeggen de krankzinnigste partij van het hele toernooi had gespeeld. Nogmaals, ik heb er weinig van gezien maar het lijkt me sterk dat het ook maar in de buurt komt van mijn partij uit de laatste ronde. Na een al redelijk bizarre opening stond na 28 zetten de volgende stelling op het bord.
Midas Ratsma – René Tiggelman
Zwart staat hier gewonnen, ook al is de vrijpion op e5 een verraderlijk mannetje. Hier speelde ik 28. ..., Td8?? en vergooide zo mijn voordeel. 28. .., Dc5 om zo snel mogelijk de witte e-pion van het bord te meppen is winnend, bijv. 29. Lxb7, Tb8 30. Lg2, Dxe5 31. Pc6, Dc5+ en verder de partij rustig uitschuiven. 29.Lf7!, Dc5 30. e6,..
Van de volgende zet verwachtte ik veel, maar eigenlijk is hij slechts genoeg voor remise. 30. .., Pc2! 31. Dxf5??, .. Nu gaat wit in de fout. De beste zet was de zet die ik juist verhinderd dacht te hebben: 31. Dxc2!!, Txd4 32. cxd4!!, Dxc2 33. e7,.. en zwart moet eeuwig schaak geven. Het lukt namelijk niet om de koning en de e-pion tegelijk aan te vallen. 31. .., Dxc3 32. Pxc2… De computer geeft 32. Df2 als een betere verdediging en komt dan met de volgende hocus-pocusvariant: 32. .., Dc5! (zelf had ik vrijwel zeker 32. ..Dxd4 gespeeld om na 33. e7 een eindspel met een pion meer proberen te winnen) 33. Pxc2, Td1+ 34. Kg2, Dd5+ 35. Kh3, Dh1+ 36. Kg4, De4+ 37. Df4, De2+ 38, Df3, Dxc2 39. e7, Dc8+ 40. Kh5, Dc5+ 41. Kg4, Td4+ 42. Kh3, Dxe7 de witte koning is voorlopig ontsnapt aan mat maar met de e-pion van het bord is de uitkomst wel duidelijk.
32. ..Dxg3?? Ai, ai, door niet kunnen weerstaan van de verlokkingen van het slaan met schaak laat ik nog een keer de winst glippen. Correct was direct 32. .., Td2! Als wit dan net als in de partij zijn paard na e1 speelt wint zwart makkelijk met 33. .., De3+ 34. Kf1, De2+ 35. Kg1, Dh2+ 36. Kf1, Dh1 mat. Moeilijker is het na 33. Lh5!? om Df8+ mogelijk te maken. Het speeltempo in Leiden was 1:40 per partij plus 10 seconden per zet. Ik had al aardig wat tijd verbruikt, dus de volgende variant naar een dame-eindspelletje had ik waarschijnlijk toch ook niet gevonden: 33. .., Dxg3 34. Kf1, Dg2+ 35. Ke1, Td5!! 36. Df8+, Kh7 37. e7, De4+ 38. Kf1, Txh5 39. e8D, Tf5 40. Dxf5, Dxf5+ 41. Kxe1, Dxc2. Afijn na 32. .., Dxg3?? ging de partij verder met 33. Kf1, Td2 34. Pe1, Dxh4 35. Df3, Dc4+ 36. Kg1, Dc5+ 37. Kf1, Db5+ 38. Kg1, Dc5+. Nadat ik bijna al mijn resterende bedenktijd had gebruikt om te zoeken naar een winst die er niet was, berust ik hier in remise.
39. Kh1!, .. WTF, kan dat!? Midas had mijn lange denkpauze gebruikt om nog een mogelijkheid te vinden de partij te rekken zonder zelf verliesgevaar te lopen. 39. .., De5 40. Pg2, … Hoezo is dit speelbaar? Eén schaakje op de onderste rij en wit is toch de sigaar? 40. .., Txa2??
Met een klok die minder dan 15 seconden aangaf en hersenfuncties die na 6 lange partijen één voor één uitvielen (ik overwoog serieus Dh5+ maar zag nog net op tijd dat dat veld niet één maar zelfs twee keer gedekt staat) trap ik in een briljante val. Nimzowitsch schreef het al: de vrijpion is een crimineel die achter slot en grendel gehouden moet worden. Juist was 40. .., Te2 41. Dd3, g5 met een gelijke stelling. Maar wat is er eigenlijk mis met 40. .., Txa2? Welnu, na 41. Df4!!, ... Staat wit ineens gewonnen.
Alles klopt ineens aan de witte stelling. De zwarte dame kan niet wijken wegens Db8+ met mat en ruilen op f4 leidt tot dezelfde stelling als in de partij. 41. .., Te2 42. e7!, Dxf4 (42. .., Dxe7 43. Db8+) 43. Pxf4, Txe7 44. Pg6+, Kh7 45. Pxe7, g5 46. Pf5
Een bijzondere materiaalverhouding, maar de zwarte pionnen zijn geen partij voor de 2 witte stukken. Praktisch de beste kans was eigenlijk nog om Midas’ vaardigheden in het matzetten met paard en loper te testen, maar in de partij kwam het daar niet meer van.
46. .., b5 47. Kg2, a5 48. Kg3, b4 49. Kg4, a4 50. Kh5, b3 51. Ld5, Kh8 52. Kxh6, g4 Tsja, als het me lukt om alle 3 de pionnen te laten verdwijnen is het pat. 53. Pe7, … Maar nu gaat het mat.
Ben benieuwd of Albert nu nog zo’n grote mond heeft…