Een introductie in Souburgse schaakroyalty
Door Jos van der Kaap
Soms gebeurt het dat je door een revelatie de dingen in een heel ander perspectief ziet en stukjes op hun plaats vallen. Dit gebeurde bij mij toen ik erachter kwam dat een markant lid van schaakklub Souburg genaamd Frans Baljeu afstamt van de graven van Holland en Friesland en van Karel de Grote.
Dat onbestemde gevoel dat ik altijd al had dat er iets anders was bij SKS ten opzichte van de andere verenigingen waar ik lid van ben geweest, maar waar ik nooit de vinger op kon leggen, werd eindelijk verklaard: Schaakklub Souburg zit vol Schaakroyalty!
Ergens had ik het ook wel kunnen weten natuurlijk met mensen als Alex Jonkheer op de clubavond.
In mijn werk ben ik de hele dag bezig met lijstjes van classificatie en diagnostische criteria. Het duurde dan ook niet lang voor het verborgen algoritme dat de niet hardop uitgesproken verhoudingen bepaalt bij SKS me helder voor de geest stond:
Criterium 1: er zit een 'r' in de voor- of achternaam ( voorzetsels tellen niet mee) van de persoon, het verborgen symbool voor 'royalty'. Ik vermoed dat indien de 'r' de eerste letter van de voor- of achternaam is, dit geldt dit als een criterium voor 'hogere' adel.
Ezelsbruggetje: de adellijke 'r' wordt dan automatisch als hoofdletter 'R' geschreven. Dit is te vergelijken met de "k"-klank (Carlsen, Kramnik, Karpov, Kasparov, Caruana, Kamsky om maar een paar wereldkampioenen en kandidaten te noemen) die al lang een aanduiding van speciale klasse geeft op het mondiale schaakpodium.
Criterium 2: indien criterium 1 niet van toepassing is, bestaat nog de mogelijkheid om door het huwelijk Schaakadeldom te verweven.
Nu dit is opgehelderd en we de gebeurtenissen uit de wedstrijd beter duiden kunnen, zal ik verder gaan met het daadwerkelijk verslag:
De wedstrijd begon met de kennisgeving dat Waalwijk slechts met 6 spelers op zou komen. Markies Robin en Hertog René zaten zonder tegenstander.
Het was reeds een gegeven dat er spelers zijn die bij het vooruitzicht van een zwartpartij tegen René liever gelijk op zouden geven. We kunnen dit nu uitbreiden: bij het vooruitzicht van een witpartij tegen René durft men zelfs niet meer achter het bord plaats te nemen.
René bracht nog ter sprake dat hij dit seizoen nog niet eerder op het topbord was gezet, maar op het moment dat je op schaaksite.nl dingen gaat publiceren onder de naam "Tiggel 1" word je natuurlijk voor de volgende wedstrijd wel een beetje een "sitting duck" op het eerste bord.
René en Robin waren er uiteraard niet van geporteerd hoe hier met Schaakadel werd omgegaan en ze zijn toen maar op zolder wat vluggertjes gaan spelen nadat René zijn hart had gelucht door een stukje online te zetten.
Op bord 3 zat Prins Ricardo. De beginzetten gaven een echo te zien van de partij tegen Casper Schoppen van een paar jaar geleden waarin Ricardo de GM het mes op de keel zette. De huidige opponent ging dan ook al op zet 2 in de ankers. Ricardo echter schoof met jaloersmakend strategisch overwicht zijn tegenstander langzaam maar zeker van het bord, tot de beste man in de slotstelling nog ongelovig bijna een kwartier naar het bord zat te kijken in een poging te begrijpen hoe het kon dat Ricardo’s koning, toren en pion zijn koning, toren en loper zo volledig domineerden, voor hij het toch maar opgaf. Het naschrift van Ricardo dat er ergens een remisekans gemist is, nam ik aanvankelijk maar voor kennisgeving aan.
Ricardo echter vereerde onze groepsapp met deze analyse van 2 fragmenten ik graag met u deel:
"Mijn tegenstander had Db5-De2 gespeeld.
Ik probeerde toen een plan te verzinnen om de combinatie De2-g4 met mat op g7 onschadelijk maken. Na lang denken koos ik voor …f7-f5, omdat dit zowel Dg4 als de opmars e3-e4 zou voorkomen. Ik dacht namelijk dat de volgende variant goed was voor wit: Te8, Dg4 Lf8 en dan Txc5! Echter, dan kan ik direct …f5 spelen (met torenwinst). Afijn, niet goed gevisualiseerd dat de toren op d7 het veld g7 zou verdedigen. Eigenlijk had ik dus te vroeg f5 gespeeld en daarmee mijn stelling onnodig verzwakt."
"Mijn tegenstander had g2-g4 gespeeld. Ik had het gevoel dat dit waarschijnlijk geen sterke zet was, maar door de complexiteit van de stelling – en ik ben niet goed in complexe (lees: onoverzichtelijke) stellingen – had ik een combinatie gemist. Ik speelde het ‘veilige’ g7-g6. De beste zet was gewoon slaan op b3. Daarna gaat het bijvoorbeeld als volgt: xf5 c4 – e4 (hier vond ik het te lastig) Lg5! (alleen deze zet geeft groot voordeel) – xd5 Pd4! (wederom de enige zet met groot voordeel) De combinatie Lg5 en Pd4 had ik niet gezien. Computer geeft hier -4 voor mij."
Altijd leerzaam om je aan dergelijke inzichten te kunnen laven.
Op bord 4 zat de enige die niet aan bovenstaande twee criteria voldoet als burgerman tussen de Schaakadel, en dat was te merken. Waar op de andere borden fijnzinnig positiespel en strategie de boventoon voerde, was het op zijn bord meer van dik hout zaagt men planken. Met grof geweld dwars door het midden ging hij, schakend zoals knoestige werkmanshanden een Steinway piano zouden bespelen. Het ontbeerde iedere souplesse, maar ja, hij wist niet beter. Wel was hij voor 14 uur klaar en kon met Markies Robin en Hertog René mee gaan vluggeren.
Op bord 5 speelde Graaf Hans een partij die een eenvoudige ziel als schrijver dezes de pet te boven ging. Ook hier triomfeerde het spel van de onze. Een dapper boertje van de tegenstander was opgerukt tot vlakbij de Adellijke Burcht. Graaf Hans, een expert op het gebied van schaakheraldiek, had echter juist ingeschat dat zijn eigen troepenmacht de vijandelijke veste veel sneller zou overmeesteren.
Maar het was op bord 6 waar de Schaakadel van Souburg echt zijn ware gezicht zou laten zien. Daar zetelde namelijk teamleider Burggraaf Roeland. Hij had natuurlijk al snel in de gaten dat het lot van de Waalwijkers met een vernederende 8-0 bezegeld dreigde te worden. Een grote compassie doorvoer Roeland, en daar hij het van zijn teamgenoten niet verstoutte te vragen, verschafte hij hoogstpersoonlijk het halfje honoris causa. Noblesse oblige.
Op bord 7 nam de tegenstander van Baron Rogier wel een hele riskante beslissing door tegen 'the Zookeeper' himself de Orang Oetan te spelen. Dit kon natuurlijk niet goed aflopen en dat deed het ook niet. Enthousiast geworden informeerde Rogier nog naar meer dierennamen openingen. Hierbij nog wat tips: de Mokele Mbembe, een mythisch dinosaurusachtig monster dat in Congo zou leven (1.e4 Pf6 2.e5 Pe4), de Gier (1.d4 Pf6 2.c4 c5 3.d5 Pe4), de Stekelvarken-variant (1.c4 f5 2.e4 fxe4 3.Pc3 Pf6 4.g4), de Kameleon ( 1.e4 c5 2.Pc3 Pc6 3.Pge2), en de Walvis (1.e4 e5 2.c4). Voor de echte diehards noem ik nog de Fret ( 1.f3 e5 2.Kf2) en zijn zwarte evenknie de gefrituurde Vos ( 1.e4 f6 2.d4 Kf7). Ik zou nog even zo door kunnen gaan want er zijn meer dan 50, maar hier moet Rogier toch wel genoeg aan hebben voor de rest van het seizoen zou ik zo denken.
Op bord 8 vonden we Jonkheer Louis. De enige van het 7-tal Souburgse Schaakedellieden die door het huwelijk tot de Schaakadel is toegetreden, daar zijn vrouw deel uitmaakt van de roemruchte Schaakadellijke Familie van de Braak. Ik zag in de partijopzet parallellen tussen Louis en zijn Schaakadellijke Kastegenoten de Jonkheren van Foreest. Ik was er dan ook al snel van overtuigd dat het wel goed zou komen en dat kwam het ook.
En zo eindigde de wedstrijd in een fraaie 7.5-0,5 voor Souburg... O, wacht, vergeet ik nog bijna de inmiddels obligate kattenfoto...