Het eerste team heeft een zeer spannend duel tegen het derde team van Het Witte Paard op de valreep gewonnen. Er moest in hevige tijdnood een vlag aan te pas komen, maar daarmee bleven de matchpunten wel in Souburg.
De wedstrijd begon nog rustig. Laura mocht invallen voor Corné omdat een ruit van zijn auto was gesneuveld. Het is de tweede keer dat Corné een excuus had om niet mee te moeten doen. Welke smoes heeft hij de volgende keer? De dochter van onze René deed het niet slecht al deed ze een verkeerde zet waarbij ze remise aanbood. Tegenstander Kees de Wolf had niet gezien dat het een mindere zet was en nam het aanbod direct aan. Een mooi debuut voor Laura in het eerste team. Zou Corné haar hebben nagedaan tegen Kees?
Rogier was de tweede die het punt met zijn tegenstander deelde. Tegenstander Adrie den Hamer lust nog wel eens een trappist tijdens zijn partij, maar had hier deze keer geen tijd voor. De stelling bleef eigenlijk in evenwicht en er werd vrij snel besloten het punt te delen.
Dan ook maar meteen de derde en laatste remise van de match bespreken. Robin speelde tegen een tegenstander die eigenlijk een beetje hetzelfde speelt als hemzelf. Na de opening stond hij erg moeilijk en zaten zijn paarden een beetje in de knoop. Daarmee leek het er op dat wit de overhand had en dat Robin moest hopen op mindere zetten van zijn tegenstander. Op een of andere manier kon Robin er toch een halfje uitslepen.
Dan het vuurwerk. Henrik had een prima pot tegen Rudi Pauwels. Hij zou een pion winnen, maar Rudi had niet gezien dat zijn paard klem gezet werd. Het leverde Henrik een kwal op. Daarna werd soepel naar de winst afgewikkeld en stonden we met 2,5-1,5 voor. Fijn zo’n voorsprong, maar nog lang geen gelopen koers.
René had het niet gemakkelijk met tegenstander Van Rij en lang leek deze partij in remise te eindigen. René had weliswaar een iets prettiger dame-eindspel, maar de winst leek moeilijk te vinden. Zijn tegenstander tast tegen Souburg wel vaker mis in stellingen waar meer te halen valt en ook nu was hij de pineut. René kon dames ruilen en had prompt een gewonnen pionneneindspel. Daarmee werd de voorsprong uitgebreid.
Desondanks was de wedstrijd nog niet gelopen. De drie partijen die nog bezig waren kenden een moeilijk vooruitzicht. Jeroen stond heel moeilijk tegen hun sterkste man en Bert had net een goed eindspel naar de gallemiezen geholpen. En dan hebben we de teamleider nog…
Roeland kende een prima start in zijn partij tegen Rudy van de Wynkele. In het middenspel had hij de partij kunnen beslissen, maar er waren zoveel mogelijkheden voor een goede voortzetting dan het lastig kiezen was. De stelling werd steeds vager en vager en de pluspion die Roeland had was opeens verdwenen. Zwart had opeens weer alle kans op beter dan niets en de partij werd krankzinnig. Beide spelers hadden het moeilijk met rekenen in de schaarse tijd die men beiden had. Zwart mistte een goede mogelijkheid op kwalwinst, maar beiden hadden deze mogelijkheid gemist. Daarna miste Roeland weer wat handigere voorzettingen. Het einde van de partij was bizar. Roeland had makkelijk kunnen keepen met Tf8 om zo naar h8 te gaan en de verre zwarte h-pion af te stoppen met een goed eindspel als gevolg. Met een paar seconden op de klok koos Roeland voor het matige Tf1. Hier had zwart kunnen toeslaan en dat wilde hij met een verkeerde zet doen. De twijfel sloeg toe en de prompt was daar de tijdsoverschrijding waarmee de match opeens klaar was. Een bizarre partij.
De overgebleven partijen waren in mineur voor Souburg. Bert had zoals gezegd een goede voortzetting in het eindspel gemist en liep nu achter de feiten aan. Zijn tegenstander speelde het toreneindspel daarna netjes naar de winst.
Jeroen kon het tegen Marc Lacrosse ook niet bolwerken. Vanaf het begin had de FM de overhand en moest Jeroen in de verdediging. Hij hield lang vol, maar kon een nederlaag in het verre eindspel niet afwenden.
Souburg-HWP Sas van Gent 3 4,5-3,5
1. René Tiggelman (2172) - Gert van Rij (1938) 1-0
2. Jeroen Hekhuis (2089) - Marc Lacrosse (2191) 0-1
3. Rogier van Gemert (1870) - Adrie den Hamer (1715) remise
4. Bert Henderikse (1907) - Jim van de Vreede (1958) 0-1
5. Robin Bosters (2097) - André Galle (1917) remise
6. Roeland Alders (1943) - Rudy van de Wynkele (1936) 1-0
7. Laura Tiggelman (1582) - Kees de Wolf (1891) remise
8. Henrik Westerweele (1952) - Rudi Pauwels (1743) 1-0
Kort naschrift van René Tiggelman:
Mijn partij tegen Gert van Rij was inderdaad niet makkelijk en met heel veel moeite had ik een dame-eindspel weten te bereiken dat weliswaar zeker iets beter was voor zwart, maar dat bij correct spel toch in remise had moeten eindigen.
Op zet 56 verraste Gert vriend en vijand en waarschijnlijk vooral ook zichzelf met de zet 56.Kf1? Waar ik me mentaal al had voorbereid op lange en onzekere winstpogingen (droomscenario Kg7-h6-h5-g4-f3 met dreigingen tegen de witte koning), kreeg ik nu ineens de kans dames te ruilen. De kibitzers wisten het zeker: da's makkelijk gewonnen voor zwart. Ze hadden half gelijk: het is gewonnen maar helemaal makkelijk is het toch niet. Gelukkig had ik nog genoeg bedenktijd. Na een minuut of 10 peinzen ging het verder met 56. .., Dc4+! 57. Dxc4, dxc4 58. Ke2, a4 59. Kd2, a3 60. Kc3
Tot hier was het redelijk makkelijk: de pion op c4 kan nooit geslagen worden omdat dan de a-pion doorloopt. De vraag die nu beantwoord moest worden was: hoe gaat zwart verder als wit alleen nog maar zijn koning tussen c2 en c3 heen en weer blijft zetten. Zwart lijkt heel simpel via de koningsvleugel binnen te kunnen komen, maar er ligt een addertje verstopt in het gras: 60. .., Kh6, 61. Kc2, Kh5??
Met de koning terug naar g7 of 61. .., g5 wint nog wel voor zwart, Na. 61. .., Kh5?? kan wit echter remise maken met 62. Kb1!! Alleen deze zet – er dreigt nu Kb1-a2xa3 dus zwarts volgende zet is verplicht. 62. .., c3 63. d5!, cxd5 Wit lijkt nu zelfs nog te gaan winnen, maar door een paar pionnen met schaak te offeren kan zwart het nog net remise houden: 64. c6, c2+ 65. Kxc2, d4 66. c7, d3+ 67. Kxd3, a2 68. c8D, a1D.
Het lijkt er op dat wit in de laatste diagramstelling ook direct 62. d5 kan spelen en eerlijk gezegd was dat ook de reden dat ik niet voor koos voor een wandeling over de koningsvleugel. Echter, na 62. d5, exd5 63. e6, d4 64. e7, d3+ 65. Kb1, a2+ 66. Kxa2, d2 67. e8D, d1D is het dame-eindspel gewonnen voor zwart. Al moet hij nog wel even oppassen na 68. g4+
Alleen 68. .., Kh4! wint. 68. Kxg4?, Dxg6+ is remise en 68. Dxg4??, Dh8 mat is genoeg om nooit meer een schaakstuk aan te raken.
Terug nu naar de partij:
60. .., Kf7 61. Kc2, Ke7 62. Kb1?, c3 en zwart won eenvoudig: gaat de witte koning naar de a-lijn dan loopt de c-pion door, gaat hij naar de c-lijn dan is het mannetje op de a-lijn de held van de dag. Bij trouwe lezers van de SKS-site zou nu ergens een belletje moeten gaan rinkelen:heb ik dit niet eens al eerder gezien? Jazeker! Als je maar ver genoeg naar beneden scrollt dan kom je het verslag van het NK-jeugd 2018 tegen, met daarin de volgende stelling:
Vincent won door rustig zijn koning heen en weer te spelen tussen g3 en h4. Zodra de zwarte pionzetten op zijn, moet de koning kiezen tussen de d- en de f-lijn waarna er een pion doorloopt. Dit thema is natuurlijk al lang bekend in het schaken, maar bij mijn weten is er nog geen naam voor. Na twee voorbeelden binnen één familie lijkt mij de term “twee tiggelmannetjes op de 6e rij” wel gerechtvaardigd...
Nu was Gert van Rij's 62. Kb1? Natuurlijk de snelste manier om te verliezen. Het grootste gedeelte van mijn bedenktijd was opgegaan aan de variant: 62. Kc3, Kd7 63. Kc2, Kc7 64. Kc3, Kb7 65. Kc2, Ka6 66. Kc3, Kb5 67. Kc2
Kan de zwarte koning naar voren?
Het blijkt precies te kunnen: 67. .., Kb4! 68. d5, c3 69. dxc6, a2 70. c7, a1D 71. c8D, Db2+ 72. Kd3, Dd2+
Cruciaal voor het matbeeld blijkt de zwarte pion op f5. Die is daar al op de eerste zet van de partij neergezet! Ook op een vierkant schaakbord blijk je het cirkeltje mooi rond te kunnen maken.