Het eerste team heeft zichzelf een hele slechte dienst bewezen door te verliezen van het derde team van Het Witte Paard. Als je een partij minder wint dan je tegenstander kun je zelf als team ook niet winnen. En dat gebeurde dan ook. Het Witte Paard 3 won drie partijen terwijl wij er slechts twee wonnen.
René Tiggelman was aan het eerste bord snel klaar want zijn tegenstander vertelde dat hij op elk bord zou gaan verliezen en als je denkt dat je verliest dan gebeurt dat natuurlijk ook, maar da’s logisch. Vanuit de opening kreeg René gemakkelijk een pion en een stelling vol met actieve stukken. Zwart moest dan ook toezien dat hij naar een nederlaag gespeeld werd.
Robin Bosters was overigens als eerste klaar met een slaapverwekkende remise. Als niemand een fout maakt in de partij dan speel je altijd gelijk. Zo ook deze vertoning in het Engels. Robin kende de opening uitstekend door jaren lange studie en daar plukte hij nu de vruchten van door een puike remise te spelen.
Henrik Westerweele speelde tegen de ervaren Etienne van Leeuwen. Een pionoffer van de HWP’er drong Henrik terug, maar daarna was het de beurt aan onze man in vorm. De pion bleef gehandhaafd en ervaring of geen ervaring (Ervaring: Dat heb je of dat heb je niet) Henrik kwam goed te staan. Een onoplettendheidje gaf helaas het feit dat de pluspion van het bord verdween. Sterker nog: er werd nog een pion verloren. Het eindspel dat resteerde was er een met ongelijke lopers en in dit geval werd het remise waar ondergetekende graag ongelijke loper eindspelen om zeep helpt.
Jeroen Hekhuis deelde ook het punt. Dit punt werd wel wat anders gedeeld dan die van Robin. Al snel kwam hij onder druk te staan en leek pion verlies in de maak. Dit werd voorkomen, maar daarmee werd wel Jeroen zijn dame ingesloten. Geluk bij een ongeluk is dat je zonder een dame ook gewoon kunt winnen. Een paard, toren en pion werden in ruil voor de dame gegeven. Het vervolg was er een dat ik dacht dat Jeroen er nog met de volle buit vandoor zou gaan. Bij het invoeren van de partij had dit ook daadwerkelijk het geval moeten zijn. Daarna was het nog even nauwkeurig verdedigen voor Jeroen zelfs aangezien de witte f-pion vervelend ging doen. Uiteindelijk werd de vrede getekend.
Corné Boogaard deed wat enkele Souburgers dit jaar nog niet gedaan hebben en dat is winnen. Vanuit de opening was het al heerlijk spelen voor Corné. Ergens zou het wel duidelijk gewonnen geweest zijn want de verdediging van zijn tegenstander van geitenkaas. Toen de rook was opgetrokken had Corné een stuk meer en daarmee vond zijn tegenstander het wel welletjes. Daarmee werd het 3,5-1,5 en leek er een mooie overwinning in het verschiet te liggen.
De tijdnood besloot echter anders. Henrik Porte kon het niet bolwerken tegen Marc Lacrosse, die niet aan bord één durfde aan te treden tegen onze kopman. De stukken zijn een essentieel onderdeel bij het schaakspel en zo ook bij deze partij. De stukken van Henrik deden niet wat ze moesten doen en al snel liep hij achter de feiten aan. Ook hier een dameoffer van onze kant, maar deze bood geen perspectief, enkel alleen maar uitstel van executie. Henrik kon dan ook niet voorkomen dat hij ging verliezen.
Nog geen man over boord want de Souburgse toppers Bert Henderikse en Roeland Alders waren nog bezig.
De malaise van Bert als eerste, hij was ten slotte ook eerder klaar dan Roeland. Vanuit de opening had wit totaal geen kans en Bert had met zwart dan ook een prima stelling opgebouwd. De engine gaf nog niet eens zo’n groot voordeel voor Bert. Pas na het sterke 21. … Pxe4 sloeg de computer alarm. Een gemakkelijk afwikkeling zou Bert de winst gebracht hebben. Bert zag echter spoken. Taak voor Bert was sowieso niet te verliezen aangezien het het welkome vierde punt zou betekenen. Na het missen van de kans op winst raakte onze nestor een beetje de draad kwijt. Motto hier was dat als je niet kan winnen dat moet je zorgen dat je niet verliest. De stelling was nog steeds gemakkelijk remise te houden, maar de tijdnood speelde parten. Een verlate slechte één april grap deed volgen dat Bert mat gezet werd. Erg zuur aangezien zijn tegenstander eigen geen recht had op een punt. Maar ja zo gaat dat soms. Een positief iets voor Bert is dat je beter wordt door slechter te worden. Of zoiets.
Bert toont hier met volle tegenzin zijn partij.
Dan de laatste dreun. Die kwam er bij Roeland. Roeland had netjes de opening overleefd en leek zelfs een tikkeltje beter te staan. Er werd een noodgedwongen een pion gewonnen, maar daarmee was het weer wit die goed kwam te staan. Een andere afwikkeling na invoeren van de partij in chessbase gaf een prima kwaloffer voor zwart. Was niet zo eenvoudig te zien en zeker niet in de tijdnood. De tijdnood werd dan ook fataal. De stelling was al niet zo fris meer, maar een blunder van Roeland was meteen mat. Tja. Je gaat het pas zien als je het doorhebt. En dat was te laat in dit geval.
Een enorme domper want een puntje was handhaving geweest. Nog geen man overboord, maar fijn is anders. Waar we zwijnden tegen Charlois 3, haalden we te weinig tegen Bergen op Zoom, Goes en nu ook tegen HWP 3. De laatste ronde tegen DSC Delft 3 geeft duidelijkheid.
HWP Sas van Gent 3-Souburg 4,5-3,5:
1. Jim van de Vreede (1994)-René Tiggelman (2271) 0-1
2. Chris Ghysels (2073)-Robin Bosters (2053) remise
3. Marc Lacrosse (2176)-Henrik Porte (2174) 1-0
4. Yves Regniers (1994)-Jeroen Hekhuis (2133) remise
5. Etienne van Leeuwen (2019)-Henrik Westerweele (1929) remise
6. Erik van de Wynkele (1998)-Bert Henderikse (1954) 1-0
7. Rudy van de Wynkele (1933)-Corné Boogaard (1843) 0-1
8. Joris Deberdt (2086)-Roeland Alders (1900) 1-0