De zesde ronde van de competitie was er één om niet snel te vergeten. Er waren maar liefst elf partijen met daarbij een aantal fraaie potjes. Soms een veegpartij, soms werd er een mat gemist en soms is +8 niet voldoende voor de winst.
Laten we beginnen met de partij tussen René Tiggelman en Roeland Alders. Vorig jaar werd de onderlinge confrontatie tussen de beide heren 3-0 in het voordeel van René zonder al te veel moeite. Nu was het anders. René kwam nog wel wat beter uit de opening dan Roeland, maar het voordeeltje dat René had was niet aan hem besteed. In het middenspel dacht hij toe te slaan, maar de afwikkeling leverde hem geen stukwinst op zoals hij dacht. Er zat namelijk een vies schaakje in de stelling. Daarmee kantelde de partij en stond Roeland met het loperpaar opeens erg prettig zo niet gewonnen. Een nadeel was de tijdnood. Kijk naar de onderstaande stelling en beoordeel hem.
Wit: René Tiggelman
Zwart: Roeland Alders
Competitie 2019/2020, 6e ronde, 10 oktober 2019
Stelling na 39. Pxb5
Zwart staat hier zeer fijn. Het loperpaar is fantastisch tegenover de afgedwaalde paarden van wit en ook de witte koning staat niet goed. Zwart zou moeten kunnen profiteren, maar een probleem is zoals gezegd de tijd. Roeland speelde hier 39. ... Lxb2?
Lijkt okay, maar de voortzetting die hij had kunnen spelen zou iets beter geweest zijn, namelijk mat in vier!
39. ... Lf4+ had iedereen nog wel gezien denk ik. 40. Kh4 is namelijk verplicht. Dan wordt het andere koek, aangezien er een stille zet volgt om de koning nog vaster te zetten. 40. ...Lg4! De witte koning staat pat, maar hoe krijg je hem mat? 41. ... Lg3 geeft immers weer 42. Kg5 en dat schiet niet op. Overigens is eerst wit nog. Bedenk een zet, want gek genoeg maakt het eigenlijk niet uit wat de witspeler doet. Stel wit speelt 41. Pd3. Dan moet zwart mat in twee zetten. Met het briljante 41. ...g5+! is de partij direct klaar. Wit moet 42. Lxg5 spelen en dan volgt 42. ... Lg3#. Het veld g5 was het probleem, maar door het mooie g5 is de witte loper in de weg gaan staan voor haar eigen koning.
Roeland vond deze combinatie niet en moest uiteindelijk na 62 zetten genoegen nemen met een puntendeling.
Dan wellicht nog een absurdere confrontatie, die tussen Hans Groffen en Jeroen Hekhuis. Hans had al snel een fijne stelling met een goede loper tegen een slechte loper. Die loper van Jeroen zat namelijk tegen zijn eigen pionnen aan te hikken. Op den duur is onderstaande stelling ontstaan, waar Hans dus duidelijk de damevleugel te pakken heeft genomen.
Wit: Hans Groffen
Zwart: Jeroen Hekhuis
Competitie 2019/2020, 6e ronde, 10 oktober 2019
Stelling na 45. ... Kd7
Wit staat hier werkelijk prachtig, maar ja, hoe moet je het afmaken? Hoe de partij exact verder ging weet ik niet, maar het bizarre was wel dat Jeroen deze partij in het toreneindspel nog wist te winnen ook. Aan de hand van de diagramstelling zou je toch denken dat Hans de winst toch ergens zou gaan hebben. De arme Meesterklassespeler Hans had het volgende moeten spelen.
46 a7! zou voldoende moeten zijn. Enkele mogelijke varianten leiden naar de winst voor de arme Hans:
46. ... Ta8 47. Taa6 (valt de zwakke loper op c6 aan). 47. ... Taxa7 geeft 48. Txc6 met stukwinst. Na bijvoorbeeld 47. ... Lb7 volgt 48. Txb7 Txb7 49. c6+!
46. ... h5 47. Tb8 Tgc8 48. Ta6! Valt weer de zwakke loper aan. Wat zwart ook probeert, het is totaal verloren. 48. ... La8 49. Td6+ Ke7 50. La6 Tf8 51. Txf8 Kxf8 52. Td8+ (of 50. ... Te8 51. Txe6! Kxe6 52. Txe8+) met loperwinst.
46. ... Ke7 47. Tb8 Tcc8 48. a8D Lxa8 49. Ta7+! (dwingt de zwarte koning om zijn eigen torens te onderbreken. 49. ... Kd8 50. Txc8+ Kxc8 51. Txa8+!
Wellicht zijn er nog wel een paar interessante varianten, maar dit gaf in ieder geval wel aan hoe goed Hans stond.
Max Toetenel had het allemaal een stuk makkelijker. Martin de Bock stond al snel erg passief en dat leverde Max de winst op. De actieve torens en de sterke dame van Max werkten de arme koning van Martin naar een mat.
Eric van Driel was een maatje te groot voor Kees Verberkmoes, terwijl Kees Polderman vrij gemakkelijk wist te winnen van Jan Engelen.
Laura Tiggelman had een relaxe avond. Tegenstander Alex Jonkheer vond het zoals wel vaker niet nodig om te rokeren. Dat kwam hem duur te staan. Laura dirigeerde haar stukken naar de witte koning en Alex vond het dan ook snel genoeg. Een voordeel voor Alex was dat ie meteen naar de kroeg kon om het Nederlands elftal te bekijken. Achteraf had hij eigenlijk beter op de club kunnen blijven gezien het matige spel van Oranje.
Albert Vermue speelde voor Sinterklaas terwijl de goed heiligman nog niet eens in het land is. Tegen Carl Schoor gaf hij eerst een stuk weg om daarna dat huzarenstukje nog een keer te herhalen. Met de woorden "Ik zag niets" was niets te veel gezegd door onze preses.
Vincent Tiggelman had wat pionnen meer meegesnoept dan zijn tegenstander Bram Baljeu. In het eindspel kreeg Bram nog wel een verre vrijpion, maar die werd simpel geneutraliseerd, waarna de match ook meteen wel gespeeld was.
Willem Brouwer en Paul van Rooijen maakten er een taai gevecht van. Paul trof het niet met de loting en in Willem had hij een moeilijke tegenstander. Uiteindelijk werd in het verre eindspel de vrede getekend.
Ingel Baaijens verraste Frans Baljeu. Frans leek wel okay te staan, maar als je daarna een stuk in de aanbieding doet wil dat niet echt meehelpen. Ingel greep deze buitenkans en liet zijn prooi niet meer los.
Brandon Haasbroek pakte de winst op Joas Fontijn. Vooraf zei Brandon al dat ie zou gaan winnen en dat is meestal de goden verzoeken. Helaas voor Joas waren de goden hem slecht gezind en was het Brandon die een punt bij mocht schrijven.