Er is geen vereniging die de essentie van het schaken zo goed in hun naam heeft weten samen te vatten als schaakclub Denk en Zet uit Scherpenisse. Je denkt, je zet, de rest is bijzaak. Het klinkt zo simpel en als je terug thuis je partij naspeelt met de hulp van een computer dan lijkt het ook zo, maar in de praktijk blijkt het toch minder eenvoudig.
Roeland vroeg afgelopen donderdag waarom ik nog geen verslag van de uitwedstrijd van SKS A tegen Denk en Zet op onze site had geplaatst. De waarheid is dat ik van zijn partij en ook van de partijen van Jeroen en Vincent zo goed als niets had gezien. Sterker, bij het bekijken van mijn eigen partij met hulp van de computer bleek dat ik ook van die partij veel niet gezien had. Als ik het goed heb begrepen kregen we op twee borden een stuk cadeau en gaven we op één bord een stuk weg, waardoor we 2-1 voor stonden toen ik tevergeefs probeerde een eindspel met een pion minder te winnen.
Ondermeer deze stelling zorgde ervoor dat ik weinig tijd had om naar de andere partijen te kijken. Denk en zet maar. De zwarte lopers lijken wat afzijdig te staan, maar zijn zo goed als onaantastbaar en de pion op c4 kan een gevaarlijk mannetje worden. De computer geeft hier als beste variant voor wit 23. Lh3, Tc7 24. Pxf7, Tcxf7 25. Lxe6, Lc8 26. Lxf7+, Kxf7 met licht voordeel voor wit. Het zal wel. Ik speelde 23. Dc2 maar na 23. .., c5 was het eerder zwart die beter kwam te staan. Het vervelende is dat het helemaal niet zo ver had hoeven te komen als ik op de 20e zet de juiste manier had gekozen om de zwarte dame te winnen.
Hier koos ik voor 20. La5? ipv 20. Le1! De partij ging verder met 20 .., Lb4! 21. Tdb1, Dxb1 22. Txb1, Lxa5. Met de witte loper op e1 was dit niet mogelijk geweest. Eigenlijk heel simpel. De reden dat ik toch La5 speelde is dat ik nauwelijks naar het simpele 20.., Lb4 had gekeken maar des te meer naar het moeilijker 20. .., Pd5 21. Tdb1, Pc3 22. Txb3, Pxe2+ 23. Lxe2, cxb3 24. Lxa6 en of hier de witte loper nu op e1 of a5 staat maakt voor de waardering van de stelling weinig uit: wit staat gewonnen.
Als we de computer mogen geloven kreeg ik later in de partij nog een kansje: 29. Dh5, g6 30. Pxg6, hxg6 31. Dxg6+, Kf8 32. Dxe6, Lb7 en wit zou beter staan. Ook hier: het zal wel. Ik speelde 29. Pxc4? Het paard kan op drie manieren geslagen worden, maar welke manier zwart ook zou kiezen de stelling zou gewonnen zijn voor wit. 29. .., Tc6!! kwam als een koude douche. Nadat zwart lange tijd last heeft gehad van de penning op zijn pion op c4, is het nu wit die problemen heeft op dat veld. Ik dacht nog een kansje te zien met 30. Pxa5, Lxe2 31. Pxc6.
De loper op e2 staat aangevallen en 32. Pe7 dreigt, maar 31. .., Td2 haalt alle dreigingen uit de stelling. Wat overblijft is een eindspel waarin zwart een pion voor staat, maar wit voldoende compensatie heeft door meer ruimte op de damevleugel, een mooi veld voor zijn paard (e5) en een toren die snel actief kan worden. Even leek het er op dat ik nog winstkansen kreeg, maar de zwartspeler hield alles keurig binnen de remisemarge.
Jeroen, Roeland, Vincent: sorry dat jullie er in dit verslag zo bekaaid vanaf komen. Ik zal volgende keer beter opletten, al dat getuur naar mijn eigen stelling levert toch ook maar weinig op.
Denk en Zet A - SKS A
Rick van der Pluijm - René Tiggelman rem
Dig de Graaf - Jeroen Hekhuis 0-1
Joost van Eenennaam - Roeland Alders 0-1
Rick van de Breevaart - Vincent Sleuyter 1-0